printen44 schreef:Het is kommertijd, dat schreef ik al. Weinig te beleven, door gebrek aan regen ligt alles een beetje stil in het gehucht waar ik woon, kortom, het gaat erg rustig, de hele dag.
Dus zit ik een beetje op mijn PC te klooien. Wat links te bekijken en nieuwe te ontdekken. En tot mijn verbazing heeft de afdeling veldartillerie waar ik mijn diensttijd doorbracht, een eigen website.
Meteen daar wat in geschreven en tijdens dat schrijven, komen de herinneringen weer voorbij.
Ik was lichting 67-5 en diende bij de 10f Afdva, oftewel de 107de afdeling veldartillerie. Gelegerd in het legerplaats "t Harde.
De kanon, waar ik op zat, wat de grootste die in het Nederlands Leger gebruikt werd. Dat ding dat schoot zijn projectiel 30-35km ver. We mochten daardoor niet in Nederland schieten, maar we deden dat in Duitsland.
Ik was samen met mijn maat, richter op dat kanon. Het was een kanon op een motoraffuit. Hier een foto van dat kanon met de specificaties:
M 107
type vuurmond op motoraffuit
nationaliteit U.S.A.
produktiejaar 1968
bewapening 175 mm kanon
technische gegevens
lengte 6,40 m
lengte met kanon 11,25 m
breedte 3,15 m
hoogte 2,75 m
motor 420 pk diesel
gewicht 28,5 ton
overschrijdingsvermogen 2,40 m
waadvermogen 1,10 m
max. snelheid op de weg 55 km/u
actieradius op de weg 675 km
bemanning 3 + 10
Ik zat op dat stoeltje aan de rechterzijde, aan de kant van de foto. Ik deed de elevatie van de loop van het kanon. Alles was hydraulisch. Met een "handle" bestuurde ik die loop van het kanon. Ik kreeg de coordinaten per telefoonlijn van het vuurrichtingscentrum.
Maar in oktober 1968 ging het mis. Tijdens de laatste oefening, bij het eerste schot, klapte de "kulas" uit elkaar. De "kulas"is het dikste gedeelte van de loop, waar het projectiel en de kruitzakken in zitten.
Ik kreeg de kruitvlam over mij heen en een scherf door de rechterarm. En mijn gezicht en handen hadden tweedegraads verbrandingen. Mijn maat kreeg de brandende hydraulische olie over hem heen en zijn gezicht en handen waren derdegraads verbrand. We hadden tanksoveralls aan, die gaven bescherming. Hier een foto van dat kanon, na het ongeluk.
De rest van de stuksbemanning had wat lichtere verwondingen. Wij, mijn maat en ik, werden naar het ziekenhuis in Celle gebracht, waar een wat oudere Duitse stafarts mijn arm wilde amputeren. Die arts was zeker nog van de oorlog. Een jonge Amerikaanse arts, die daar stage liep, probeerde mijn arm te redden. Hij was de hele middag bezig om spieren, zenuwem etc. aan elkaar te krijgen. Ik merkte er weinig van, want ik was redelijk van de kaart.
Ik heb twee weken in Celle gelegen en toen , met mijn zwaar verbrande maat, naar Utrecht gebracht, naar het Militair Hospitaal. Daar lag ik een maand en heb daarna vier maanden in het Militair Revalidatie Centrum in Doorn doorgebracht. De arm, met name de elleboog is goed genezen, maar 25% kracht was ik toch kwijt van die arm
Sociale Zaken van Defensie heeft mij toen aan een baan bij de Staatsdrukkerij geholpen. Ik kon bij de huidige drukkerij waar ik werkte, niet de zware loden zetsels meer tillen.
Bovendien kreeg ik een militair invalide pensioen en een militair pensioen. Dat invalide pensioen raakte ik kwijt toen ik 65 werd, maar dat militair pensioen bleef ik behouden. Dat is nu 110 euro per maand.
Ach, dat zijn zo van die herinneringen, die je bijblijft. Ik heb er verder niets van dat ongeluk over gehouden, behalve een lelijk litteken en wat krachtvermindering in die arm.