Bangkok en de standaardzaken, C-mai: het tribal centre en de vestingstad. Daarna naar Mae Hong Son en dan begint de trektocht van een paar dagen. November, lekker fris en de heuvels in.
“Het zal simpel slapen zijn” staat in de folder. Nou, valt nog wel mee. Het was met klamboe overal alleen de ‘pot’ was steeds buiten en van een onduidelijke structuur.....maar de kamers vielen mee.

Je krijgt een stijve kont van het zitten op een olifant dus ik besluit er achter te gaan lopen en tja, dan valt er wel eens wat omlaag en dat spettert en dan ziet mijn verjaardag er zo uit ...
[im
In de volgende slaaphut komen wat lokale mennekes massage voordoen en je mag aan een pijpje trekken. Ervaren pijpsnuivers weten wat dit is.... Opium.

Nou, ik trok toen liever aan mijn eigen pijp...
Een Akha dorp; de klederdracht hebben jullie allemaal al eens gezien maar dit denk ik niet.....

Een grote poster over de gevaren van het ‘pampam’ doen zonder het gebruik van een rubbertje....over AIDS dus. Al in 1990.
Dan gaat de reis verder; zijdefabriek, houtsnijwerk, Doi Suthep, khan toke diner, dierentuin en arboretum, dan naar Ayuthaya en Kanchanaburi.
De begraafplaats opgezocht aan de andere kant van de rivier en dan ligt daar iemand zonder naam....

“God only knows” zongen ooit de Beach Boys.
Dan het treintje in richting Nam Tok en dat treintje komt over een bijzondere brug.....

De reis gaat verder, naar het zuiden. Surat Thani en bezoek aan het apencentrum van de heer Somphon Saekhow. Door naar Kao Sok en Tree Tops.


Spannend ? Nee, er zitten geen piranha’s onder.

Daarna zakken we verder af naar de laatste bestemming Krabi.


En daar laat ik het bij voor deze reis. En dan kom je thuis en staat dit in de krant....

Maar dat is helaas van alle tijden.