#18
Bericht
door prajak » donderdag 11 februari 2010, 11:10
Vandaag in de Volkskrant.
‘De euro mag best dalen’
ACHTERGROND, Van onze verslaggever Pieter Klok op 11 februari '10, 06:00, bijgewerkt 10 februari 2010 21:35
AMSTERDAM - Een daling van de euro wordt in Europa verschillend gewaardeerd, afhankelijk van de breedtegraad en de leeftijd.
Er zijn veel redenen om Griekenland te redden, maar de val van de euro is dat niet. Of beter: zou het niet moeten zijn, vindt Sep van de Voort, econoom bij SNS Securities. De daling van de euro heeft volgens hem weinig nadelen. ‘Wij hadden sowieso al het idee dat de euro te duur was. Een koers van 1,35 dollar op 1 euro is redelijk, denken wij.’
Gisteren stond de koers van de euro, ondanks al het Griekse rumoer, nog altijd op 1,37 dollar.
Alleen als de daling in grote sprongen gaat, kan dat volgens Van de Voort het internationale zakenverkeer belemmeren. ‘Het is lastig een grote bestelling in het buitenland te plaatsen als je niet weet hoeveel jouw munt straks waard is. Maar de beweging die je nu ziet, is eigenlijk heel gematigd.’
Ook Lans Bovenberg, hoogleraar economie in Tilburg, ziet vooralsnog vooral voordelen. ‘Door een lagere euro worden Europese goederen goedkoper, waardoor de vraag stijgt. Dat komt goed uit, nu door de recessie een groot deel van de Europese productiecapaciteit niet wordt benut.’
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in 2006 berekend welke invloed een daling van de euro heeft op de Nederlandse economie. Als de euro 5 procent minder waard wordt, stijgt de export in de jaren daarna tussen de 1,1 en 1,9 procent.
De consumptie gaat echter iets omlaag, omdat buitenlandse producten duurder worden. Per saldo gaat de Nederlandse economie erop vooruit. Het bruto binnenlands product zou tussen 2007 en 2011 gemiddeld met ongeveer 0,35 procentpunt extra groeien. Zo beschouwd kan de euro niet hard genoeg onderuit gaan.
De voor- en nadelen zijn echter niet eerlijk verdeeld, zegt Bovenberg. ‘Het zuiden van Europa profiteert. De landen daar hebben van oudsher een zwakke concurrentiepositie, doordat de lonen over het algemeen veel te hard stijgen. Dat probleem losten ze altijd op door op enig moment de eigen munt te devalueren. Zo herstelden ze in een klap hun concurrentiekracht. Door de komst van de euro is dat onmogelijk geworden.’
Een daling van de munt, depreciatie, is volgens Bovenberg in wezen een ‘relatief pijnloze manier om te hoge lonen te laten dalen’. ‘Door de depreciatie neemt de inflatie in een klap toe. Veel producten worden duurder, waardoor de reële waarde van het loon daalt: je kunt er minder mee kopen.’
Voor Noord-Europese landen is een waardedaling van de euro minder aantrekkelijk. Bovenberg: ‘Nederland en Duitsland hebben veel gespaard. Door de waardedaling van de euro en de inflatie die daarvan het gevolg is, worden die bezittingen minder waard.’
Bij depreciatie treedt ook een herverdeling op tussen werkgevers en werknemers. De werkgevers profiteren het meest. Door de lagere koers van de euro, krijgen ze in het buitenland meer voor hun producten, terwijl hun loonkosten constant blijven. De werknemers verliezen: door de inflatie wordt hun koopkracht aangetast.
Er is ook een verschil tussen de generaties. Werkenden hebben weer meer belang bij een goedkopere euro dan gepensioneerden. Bovenberg: ‘Als het goed is, zien de werkenden het aantal banen stijgen, terwijl de gepensioneerden moeten toezien hoe hun kapitaal door de inflatie wordt aangevreten.’
Op lange termijn wordt het positieve effect van de depreciatie volgens Bovenberg meestal weer ongedaan gemaakt. ‘Door de inflatie en de afname van de werkloosheid gaan werknemers weer hogere lonen eisen, waardoor het concurrentievoordeel verdwijnt.’
Veel zal ook afhangen van hoe de Verenigde Staten reageren. Die zullen niet blij zijn met een fors goedkopere euro, denkt Bovenberg: ‘Voor Amerikaanse bedrijven wordt het juist weer moeilijker om te concurreren. En daarmee wordt het lastiger om uit de recessie te komen.’
Het zou voor de overheid en centrale bank een reden zijn om de inflatie aan te wakkeren en zo de waarde van de eigen munt te ondermijnen. Bovenberg: ‘Veel economen zijn nu al bang dat Amerika zijn schulden weginfleert.’